|
||||||||
“Saxophone Summit” is ontstaan in 1999 met als uitgangspunt het latere werk van John Coltrane de nodige eer te bewijzen. Origineel lid Michael Brecker overleed in 2007 en werd vervangen door Ravi Coltrane, die op zijn beurt werd vervangen door Greg Osby (altsax), de andere leden Joe Lovano (tenorsax) en Dave Liebman (sopraansax) bleven gehandhaaft evenals het begeleidende trio, pianist Phil Markowitz, bassist Cecil McBee en drummer Billy Hart. Het gezelschap is, zoals de naam al aangeeft een verzameling van maestro’s, in de popwereld zou zo’n constellatie de naam supergroep dragen. “Street Talk” hun vierde album is eigenlijk meer een eerbetoon aan de jazzsaxofoon in het algemeen dan een aan John Coltrane, het oorspronkelijke oprichtingsmotief. De eerste twee albums “Gathering of spirits” (2009) en “Seraphic Light” (2008) bevatten ook wel originele groepsnummers maar het ging toch vooral om stukken die geschreven waren door John Coltrane. Tegen de tijd van het derde album “Visitation”(2014) waren er geen covers meer, maar alleen eigen stukken. En dat is ook het geval op het vierde en meest recente album “Street Talk”. Het titelnummer “Street Talk”is een compositie van Joe Lovano dat hij eerder opnam voor zijn Blue Note debuut “Landmark”. De ritmesectie, al meer dan 20 jaar actief in deze formatie, laat zich hier goed horen, Markowitz, Hart en McBee zijn duidelijk aanwezig en blijven geenszins op de achtergrond, hetgeen gezien hun status in de jazzwereld ook logisch is. Het nummer heeft een heel apart springerig ritme met veel ruimte voor Lovano’s go- stop -go solo, waarna zich een pittige interactie ontwikkelt tussen de drie blazers waaraan een einde wordt gemaakt door Markowitz met een welgekozen piano intermezzo. Markowitz zet ook de accenten in “Point”, zijn bijdrage op dit album, er is alle ruimte voor de drie blazers in dit stuk dat een heel open karakter heeft. Markowitz laat in zijn solo geen twijfel bestaan over zijn voorkeur voor de free jazz. Geweldig stuk dit ! In de bijdrage van Dave Liebman “Loudly” komen we heel dicht bij J.C. , althans qua opzet en klank. “A Portrait” van Cecil McBee is een midtempo swinger waarin alle ruimte wordt geboden voor de blazers. Het meest ‘vrije’nummer is “Carousel” van Greg Osby, althans in de aanzet,daarna ontwikkelt zich een fraai klankboeket dat mij doet denken aan de grotere bezettingen van Mingus, avontuurlijk, soms tegendraads maar altijd spannend. “Toli’s Dance” van Billy Hart Begint natuurlijk met de nodige accenten van het slagwerk, maar daarna ontwikkelt zich een weids spectrum waarin elke solist zijn ei kwijt kan en er mede daardoor een bijzonder losse structuur ontstaat met als gevolg een sterke cohesie tussen de musici. Een bijzonder album van topmuzikanten die niet strijden om de eer maar gezamenlijk een fantastisch album tot stand hebben gebracht. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||